Maar dat is toch niet normaal!

Maar dat is toch niet normaal?

“Maar dat is nog niet normaal? Dat je dan meteen uit eten wil?” De ouder kijkt me vol verbazing aan. Zij rekent erop dat ik haar bijval. Maar ik vraag hem alleen: “wat is dan voor jou een goede oplossing? Wat is voor jou normaal in deze situatie?”

Want is normaal? Het Van Dale woordenboek zegt daarover: Volgens de regel; = gewoon: ‘Hij is niet normaal. ‘Niet goed bij zijn hoofd; Met deze definitie wordt geïmpliceerd dat ‘normaal’ goed is en ‘niet normaal’ slecht is.

In die definitie zitten twee punten die in het samengesteld gezin spelen. Ten eerste is wat gewoon is voor mij, niet vanzelfsprekend ook gewoon voor jou.

Dat ben ik zo gewend

In mijn praktijk van het samengesteld gezin kan over koken en eten gemakkelijk discussie ontstaan. Het blijkt al heel snel dat jouw ‘gewoon’ de mijne niet is. Het is maar wat je gewend bent, vaak van huis uit. Dus het ene gezin vindt het gewoon om 4x per week (of meer) buitenshuis te eten, terwijl het andere het net zo gewoon vindt om zeven dagen in de week te koken zonder pakjes en zakjes. Gewoon is vaak een andere term voor “dat ben ik zo gewend”.

Mijn normaal = goed

In de definitie van Van Dale staat ook dat er geïmpliceerd wordt dat normaal goed is en niet-normaal slecht. Dat betekent dat niet-normaal gedrag niet alleen anders is dan je gewend bent, maar ook dat je er een oordeel over hebt. “Het is toch niet normaal dat je nu alweer uit eten wilt? zei die klant dus tegen haar partner. Toevallig was die dat wel gewend: er werd bij hem thuis vroeger zelden gekookt: men at vooral buitenshuis. Dus voor hem was het inderdaad heel normaa gedrag!

Asociaal of juist gewoon?

Om dat normaal gedrag nog eens te illustreren geef ik nog twee voorbeelden:
Een klant vertelt: “Pas toen ik een keer bij zijn familie thuiskwam, toen ging ik mijn partner ook snappen. Daarvoor ergerde ik me aan zijn (in mijn ogen) asociale gedrag. Maar toen ik een keer in zijn ouderlijk huis was, zag ik het pas. Zijn broer gedroeg zich echt precies zo! Bij hen thuis was het normaal gedrag.”

Normaal is plaatsgebonden

Jans’ ouders zijn gescheiden en hij woont de helft van de tijd bij zijn vader en de andere helft bij zijn moeder. Zijn vader is milieubewust, koopt veel tweedehands en ze eten wekelijks ‘restjes’. Zijn moeder heeft last van smetvrees en zal daardoor geen eten bewaren. Tweedehands spullen zijn voor haar ‘vies’. Jan leert dat het bij papa normaal is als hij eten dat over is, bewaart. Bij mama is het normaal als hij het eten dat over is, meteen weggooit. Soms vergeet hij het even gooit iets weg bij papa of bewaart iets bij mama. Op beide plekken krijgt hij dan te horen dat het ‘niet normaal’ is, wat hij doet.

Maak normaal tot ‘anders’

Leren snappen dat jouw normaal gedrag niet ‘het normaal’ is, is vaak een van de eerste ongemakken die een samengesteld gezin tegenkomt. Als je leert zien dat er meerdere ‘waarheden’ zijn, waarvan de jouwe er één is die niet beter of slechter is dan die van je partner of je stiefkind, dan is er al een enorme wist geboekt in het samengesteld gezin.

Marjolein van der Linden

Eigenaar van TAAAFEL: dé basis voor samengestelde gezinnen in Hilversum

https://www.taaafel.nl